In 2012 werkten ongeveer 200.000 tijdelijke arbeidsmigranten uit de zogeheten MOE-landen (Midden- en Oost-Europa) in Nederland. Ze bleven gemiddeld zo’n 15 weken. De overgrote meerderheid komt uit Polen.

De tijdelijke migranten kosten Nederland weliswaar geld omdat ze gebruik maken van allerlei publieke diensten, maar ze krijgen geen huursubsidie, AOW, zorgtoeslag, bijstand en hypotheekrenteaftrek. Per persoon is de ‘winst’ 1800 euro, aldus de onderzoekers.

Nederlandse werklozen

Volgens SEO zijn de buitenlandse krachten uiteindelijk niet slecht voor de kansen van Nederlandse werklozen. Een Pool kan soms wel het werk doen van een Nederlandse werkzoekende. Daar staat tegenover dat veel werk zonder de tijdelijke arbeidsmigranten niet gedaan zou worden en mogelijk naar het buitenland zou zijn verdwenen. ,,Een werkloze uit Groningen gaat niet 3 weken asperges steken in Limburg”, verwoordt een van de onderzoekers het.

Hoewel de economische bijdrage positief is, zijn er op maatschappelijk vlak nog wel wel enkele bezwaren, aldus SEO. Zo is soms sprake van een tekort aan geschikte woonruimte, uitbuiting en illegale arbeid. Dat is niet alleen slecht voor de seizoenswerkers; het leidt ook tot oneerlijke concurrentie met ondernemers die zich wel aan de regels houden.

Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van onder andere Stichting VBW, die zich bezighoudt met het verzekeren van buitenlandse werknemers. De organisatie wilde meer inzicht in de doelgroep. Ook wil ze de economische bijdrage van de tijdelijke krachten benadrukken, vanwege het slechte imago van de groep.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl